Een kind dat wordt geboren,
Krijgt van zijn goede fee.
Diep binnen in zijn hartje,
Een brandend lampje mee.
Dat is het licht van binnen,
En wie het heeft geblust.
Die kan geen weg meer vinden,
Geen vrijheid en geen rust.
Nu hoop ik dat je later,
Al wordt je nog zo oud.
Al heb je nog zo’n zorgen.
Jouw lampje brandend houdt.